De geschiedenis van de ‘Keppelse Golfclub’ begint officieel op 23 januari 1926, als de club officieel wordt opgericht. Er bestonden ten tijde van de oprichting van onze club nog maar zeven andere golfclubs in Nederland, zodat de club in leeftijd de achtste in ons land is. De eerste vijfentwintig jaar van haar bestaan heette de club ‘Golfclub Enghuizen’, omdat er in eerste instantie gespeeld werd op een terrein achter het (nu verdwenen) kasteel Enghuizen in Hummelo. Sinds 1931 werd er gespeeld op grond van het kasteel Keppel. De grondeigenaar, mevrouw Van Pallandt van Keppel, zag dit graag terug in de naam van de club. Daarom is in 1951 de naam van de club veranderd in ‘de Keppelse’. De officiële oprichtingsdatum is overigens pas sinds een jaar of twintig bekend.
OprichtingIn januari 1926 werd er door zeven notabelen een circulaire rondgezonden, om te onderzoeken of er belangstellling was voor een golfclub in de Achterhoek. Tot de initiatiefnemers behoorden mr. J.P. Coops (1875-1957), indertijd president-directeur van de GTW, en de zeer sportieve R. J. C. (Rein) baron van Pallandt van Keppel (1888-1938), sinds 1924 bewoner van het kasteel te Keppel. De reactie op deze circulaire was dermate positief, dat er nog diezelfde maand een golfclub werd opgericht onder de naam ‘Golfclub Enghuizen’. Eerste voorzitter werd mevrouw M.C. gravin van Rechteren Limpurg, geboren baronesse Van Heeckeren van Enghuizen, hetgeen in die tijd in Nederland vrijwel zeker een unicum was. Het feit dat men op haar gronden de golfbaan wilde aanleggen zal aan die eervolle benoeming niet vreemd zijn geweest. Mr. J.P. Coops werd secretaris en ook dr. J.H. van Heek (van Huis Bergh te ’s Heerenbergh) werd bestuurslid. Er werd al snel een baantje aangelegd vlak achter de Oranjerie van kasteel Enghuizen. Korte tijd later organiseerde men de eerste wedstrijden, waarvoor mevrouw Van Pallandt een beker ter beschikking stelde. Het spelen op het terrein leverde echter de nodige moeilijkheden op, daar het eigenlijk gewone weilanden waren waarop de koeien graasden terwijl de greens door prikkeldraad waren afgezet.
In 1931 is de club verhuisd naar een terrein aan de Oude Zutphenseweg, dat gepacht werd van de eerder genoemde baron Rein van Pallandt. Het ging aanvankelijk om het gedeelte waar nu de holes 14, en gedeelten van de holes 13 en 15 liggen. Op dit stuk grond werden door de heren Coops en Westerbeek van Eerten negen tees met zes of zeven holes aangelegd. Daardoor waren er maar liefst dertig kruisingen in de baan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de baan in een Australisch golfblad “the most dangerous course in the world” werd genoemd. Erg was dit allemaal niet, omdat het aantal leden in 1936 nog maar drieëndertig bedroeg.
Er was een ‘aardig, eenvoudig clubhuis’ onder de kastanjebomen, vlakbij het huidige onderkomen. Het onderhoud van de baan werd voornamelijk in eigen beheer uitgevoerd. Wedstrijden zijn er kennelijk door de jaren heen ook steeds geweest. Zo wordt er verhaald dat Willem Tenkink in die eerste periode elf maal clubkampioen is geweest.
Een moeilijke periode (tot circa 1968)De vijftiger en zestiger jaren zijn voor de Keppelse Golfclub een moeilijke periode geweest. Met een zeer beperkt aantal leden, een knutselbaantje, heel weinig geld en veel zelfwerkzaamheid en inventiviteit is de club toen overeind gehouden. Vooral de jaren 1955 -1968 moeten in dat opzicht lastig geweest zijn; meerdere malen was het voortbestaan van de club in gevaar. Hoofdpersonen in die tijd waren: ir. H.(Harry) Ernst Deleth als voorzitter en mr K.(Karel) L.F. Kerssemakers (notaris te Didam) als secretaris. Mevrouw Ernst Deleth fungeerde vanaf 1956 als penningmeester. Tekenend is de zinsnede waarmee jaarverslagen uit die periode nogal eens eindigden:“Het belangrijkste feit van het jaar was dat de K.G.C. bleef voortbestaan”.
Het ledenaantal bleef al die jaren beperkt tot ongeveer twintig, die overigens wel regelmatig wedstrijden speelden. De contributie bedroeg in 1959 fl.100,00 en voor een echtpaar fl.150,00 exclusief de bijdrage aan de nationale golforganisatie. Junioren betaalden een tientje. De betaling diende contant tijdens de ledenvergadering te geschieden. Vanaf 1966 komt de ommekeer, dan wordt een stuk land bijgehuurd (bij het ‘Berkenlaantje’), waarop vervolgens de huidige holes 6, 7 en 8 aangelegd werden.
Groei ledentalDeze uitbreiding kon alleen gerealiseerd worden door een forse financiële injectie van de leden: de contributie werd in 1967 verdubbeld, van fl.100,00 naar fl.200,00. Om meer leden te krijgen werd een circulaire opgesteld en onder vrienden en bekenden verspreid. Aangegeven werd dat “daarmee het besloten karakter van de club beëindigd werd”. Mede door die actie kwam het ledenaantal in de lift. In 1968 is er sprake van 50 spelende leden en 10 theeleden en in 1969 waren er 78 leden. In 1970, 1978 en 1980 bedroeg het ledental resp. 87, 133 en 157. Midden van de jaren tachtig groeide dit aantal tot ongeveer 200 leden.
In 1966 is ook voor het eerst sprake van een pro (Cees Cramer), die normaliter bij ‘de Twentsche’ les gaf, maar één keer per week met de bus naar de Keppelse kwam. Het onderhoud van de baan werd nog steeds in eigen beheer uitgevoerd, maar er kwamen – voor het eerst – eigen maaimachines. In 1976 wordt gemeld: ”De club kent geen mensen in loondienst. De greenkeeping wordt verzorgd door de heer J. Eschauzier die – af en toe geassisteerd door de heren Weenink, Smeitink en Sierboom – 60 uur in de maand bezig is op de maaier”. Eigen baanpersoneel zou pas in 1979 intrede doen.
Uitbreiding tot 18 holesDe noodzaak tot verbetering en uitbreiding van de baan deed zich ook meer en meer gevoelen, daar er steeds meer golfbanen in de omgeving kwamen (de Edese Golfclub dateert van 1978, Winterswijk is van 1986 en de Lochemse van 1987). Na een hoop gedoe kon in 1985 een eerste uitbreiding gerealiseerd worden, gevolgd door een tweede in 1991/1992. Door die laatste aanpassing kreeg de baan de lengte en de uitstraling van een volwaardige 9 holesbaan met A-status.
De verzorging van de baan werd steeds verder geprofessionaliseerd en het ledental ging stapsgewijs verder omhoog (1986: 244 leden; 1996: iets meer dan 300 en in 2001 356 leden). In 2013 ligt het ledental op omstreeks 450, en zijn er enige tientallen jeugdleden.
Deze groei is mede te danken aan de plannen om naar 18 holes te gaan. een ontwikkeling die kort na het 75-jarig bestaan in 2001 begon. Begunstigd door het feit dat een boer zijn bedrijf beëindigde én de goede contacten met de grondeigenaar, werd het plan voor verdere uitbreiding ontwikkeld. De leden konden zich meerdere malen uitspreken. Bijzonder was dat de stemmen de eerste keer staakten, maar in de laatste beslissende vergadering ging twee derde van de leden akkoord. Het proces verliep via vele fasen en schijven: informatieavonden voor de dorpsbewoners, overleg met natuurorganisaties, bestemmingsplanwijziging, al of niet een MER (milieueffectrapportage), keuze van de golfbaanarchitect, goedkeuring van de gemeenteraad en het provinciaal bestuur, een bezwarenprocedure bij de Raad van State (tot twee maal toe). In de zomer van 2009 kwam de definitieve goedkeuring en konden de nieuwe holes daadwerkelijk worden aangelegd. De groei van de club kreeg in die jaren ook op een andere manier gestalte: in 2004 werd een heus clubsecretariaat ingesteld, met een betaalde kracht ter ondersteuning van het bestuur en de leden.
Tijdens de viering van het dertiende lustrum in 2011 werden de 9 nieuwe holes feestelijk in gebruik genomen. Na 85 jaar is ‘het kleintje onder de Nederlandse golffamilie’ zoals de voorzitter van de Nederlandse Golf Federatie de Keppelse in 1976 betitelde, volwassen geworden.
Bron: https://www.keppelse.nl/club/clubhistorie/